Hieronder vind je een Marokkaanse woordenlijst van een aantal basiszaken die je kunt gebruiken. De woorden zijn in het Darija, het zogenaamde Marokkaans-Arabisch (of onofficieel: Marokkaans). Deze spreektaal verschilt van het Algemeen Arabisch (of ook wel het Klassiek Arabisch genoemd). We geven in onderstaande woordenlijst een vertaling van het Nederlands naar Marokkaans-Arabisch die je kunt gebruiken tijdens je vakantie. Je kunt doorklikken voor meer informatie erover.
Basiswoorden
- Hallo = Salaam
- Dag = Beslama
- Hoe gaat het = Kayf Halak
- Alles gaat goed = Alhamdoelillah (reactie op hoe gaat het)
- Mijn naam is = Ismie …
- Hoe heet u? = Smietek
- Ja = ejeeh / neam
- Nee = La
- Ik begrijp het niet = Mefhemtsh
- Dankjewel = Shokran
- Als God het wil = Inshallah
- Links = El leeser
- Rechts = El leemen
De weg vragen in Marokko
- Wat is het adres? = Ashnoo hoewa el oenwan
- Waar is…? = Fien kayn…?
- Laat het met alsjeblieft zien op de kaart = werri liya fel kharita afek
- Ga rechtdoor = Sier nieshen
- Hier = Hna
- Naast = Hedda
- Tegenover = ‘eks
- Neem de afslag naar… = dor …
- Neem de afslag naar links = Dor ‘al leeser
- Neem de afslag naar rechts = Dor al leemen
- Noord = Shemel
- Oost = Sherq
- Zuid = Janoeb
- West = Gherb
Woorden om een vraag mee te beginnen
- Hoe = Keefash
- Wat = Ash
- Waar = feen
- Welke = Ashmen
- Wie = Shkoon
- Waarom = ‘Lash
Tellen in het Marokkaans-Arabisch
Op de pagina ‘tellen in het Arabisch’ (1,2,3,4,5…) vind je een vertaling van veel gebruikte cijfers tijdens een vakantie.
Eten en drinken
- Proost = Bsaha
- Brood = Lkhoobz
- Peper = lebzaar
- Zout = Lmelha
- Water = Elmaa
- Olie = Ziet
- Kip = Dzjazj
- Vis = Hoet
- Vlees = Lehem
- Sardines = Serdeen
- Tonijn = Ton
- Kreeft = Laangos
- Garnaal = Qaimroon
- Ramadan is de vastenmaand van de moslims.
Vervoersmiddelen in het Arabisch
- Vliegtuig = tayyaara
- Boot = Lbaboor
- Trein = Tran
- Taxi = Taxi 🙂
- Vliegveld = Elmataar
- Fiets = Bshklit
- Auto = Tumubeel